Prinsjesdag 2022. Wat verandert er voor jou als ondernemer?
21 september 2022Door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen en de prijzen van andere producten en diensten enorm opgestuwd en dat wordt gevoeld door burgers én bedrijven. Dit is dan ook een centraal punt in de beleidsplannen die de overheid gisteren tijdens Prinsjesdag 2022 naar buiten bracht.
Het kabinet is van plan burgers tegemoet te komen in de prijsstijging van energie en andere gestegen lasten die drukken op het huishoudbudget. Daarmee beoogt het kabinet de koopkracht op peil te houden en dat is voor bedrijven, ook in de watersport- en recreatiesector, op zich goed nieuws.
Wat het kabinet op dit vlak gaat doen voor het bedrijfsleven, waaronder ook de energie-intensieve sector die HISWA-RECRON vertegenwoordigt, is nog niet goed duidelijk. Wel wil het kabinet de MKB’ers zoveel mogelijk ontzien, onder ander door werkgeverslasten te verlagen, de werkkostenregeling te verruimen en door het verstrekken van subsidies voor verduurzaming en vermindering van energieverbruik. Of het voldoende is, moeten we afwachten. Vooralsnog lijkt het erop dat bedrijven uiteindelijk de rekening gaan betalen. Een kleine greep uit de aangekondigde maatregelen.
Extra verhoging minimumloon
Om de koopkracht van de Nederlanders op peil te houden, is er een grotere stijging van het minimumloon nodig: vanaf 1 januari 2023 gaat daarom het minimumloon in één keer met 10 procent omhoog. Elk jaar wordt het minimumloon op 1 januari en 1 juli aangepast. Vanwege de hoge inflatie werd al in het coalitieakkoord vastgelegd dat het minimumloon extra verhoogd zou worden. Het zou vanaf 2023 met in totaal 7,5 procent stijgen, in drie jaarlijkse stappen van 2,5 procent. Het wettelijke minimumloon bestaat sinds 1969 en heeft sindsdien nog nooit een extra verhoging gehad. Voor de hogere loonkosten die het gevolg zijn van de stijging van het minimumloon wordt voor jou als werkgever geen compensatie geboden.
Stijging van winstbelasting en belasting in box 2
De winstbelasting (vennootschapsbelasting) gaat omhoog; het lage tarief stijgt van 15 naar 19 procent. Dat is dan tot 200.000 euro winst. In 2022 was het lage vpb-tarief nog 15 procent; dit lage percentage vennootschapsbelasting gold voor een belastbaar bedrag tot 395.000 euro. Dit stijgt naar 19 procent in 2023 en het drempelbedrag voor de eerste schijf gaat omlaag naar 200.000 euro. Meer bedrijven gaan dus het hoge tarief betalen; ze komen door de verlaging van het drempelbedrag in de hoogste schijf terecht. Bedrijven met bescheiden winst gaan ook meer belasting betalen. Bovendien komt de korting op de belasting te vervallen in het geval er in één keer wordt betaald in plaats van in termijnen. Verder gaat de belasting op vermogen in box 2 omhoog, wat ook veel ondernemers raakt.
Onbelaste reiskostenvergoeding omhoog
De bekende kilometervergoeding wordt na jarenlange stilstand opgekrikt. In plaats van 19 cent per kilometer nu, gaat de vergoeding in 2023 naar 21 cent. In 2024 komt daar nog eens 2 cent bij. Als je als werkgever meer reiskostenvergoeding aan de werknemer wilt betalen dan fiscaal is vrijgesteld, dan kan de vergoeding per kilometer boven de 21 cent ten laste worden gebracht van de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Als je nog vrije ruimte over hebt, dan is geen 80 procent eindheffing verschuldigd en ontvangt de werknemer het volledig bedrag netto.
Verhoging van de werkkostenregeling
De zogenaamde vrije ruimte in de huidige werkkostenregeling blijkt niet altijd meer toereikend om de gebruikelijke vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen te handhaven zonder dat sprake is van eindheffing van 80 procent bij de werkgever. Om hiervoor werkgevers tegemoet te komen stelt het kabinet voor om de vrije ruimte over de eerste 400.000 euro van de fiscale loonsom in het bedrijf te verhogen van 1,7 naar 1,92 procent. Als werkgever heb je hierdoor iets meer vrije ruimte binnen de werkkostenregeling tot je beschikking.
Overige fiscale maatregelen
Het kabinet wil het MKB zoveel mogelijk ontzien, onder andere door verlaging van werkgeverslasten, verruiming van de werkkostenregeling en het verstrekken van subsidies voor (verdere) verduurzaming en energiebesparing. Op dit punt is nog veel onduidelijk en daarmee ook onzeker. Er moet nog veel worden uitgewerkt en of het pakket dan voldoende is, moet worden afgewacht.
- De afbouw van de zelfstandigenaftrek gaat door. Vanaf 2023 met stappen van 650 euro tot 1250 euro in 2030.
- De Fiscale Oudedags Reserve (FOR) wordt afgeschaft per 1 januari 2023.
- Het belastingtarief van box 3 inkomsten wordt verhoogd en de inkomsten uit box 2 en box 3 worden vanaf 2025 ook meegeteld bij de afbouw/berekening van de algemene heffingskorting. Ook deze zaken leveren een belastingverzwaring op.
- Het kabinet wil de arbeidskorting vanaf 1 januari 2023 jaarlijks verhogen. Het kabinet trekt hier jaarlijks 500 miljoen euro voor uit. Deze maatregel heeft positieve effecten op de koopkracht; op de kosten van arbeid voor het bedrijfsleven heeft de maatregel weinig effect.
Wat er met de BedrijfsOpvolgingsRegeling (BOR) gebeurt, is momenteel nog niet bekend. HISWA-RECRON en MKB Nederland voeren op dit punt een stevige lobby tot behoud van de regeling.
Compensatie energiekosten
Om de stijgende energiekosten te compenseren wordt voor huishoudens veel geld vrij gemaakt. Ook voor energie-intensieve bedrijven werkt het kabinet aan een regeling. Hoe die eruit ziet en welke sectoren en bedrijven er onder vallen, is nog niet bekend. HISWA-RECRON vindt dat veel bedrijven in de watersport- en recreatiesector zeker tot de energie-intensieve bedrijven behoren. Met name bij zwembaden, horeca, sport- en spelvoorzieningen, retailvoorzieningen, werkplaatsen en kantoren komen enorm veel energie-intensieve functies bij elkaar. HISWA-RECRON spant zich dan ook tot het uiterste in om ook de watersport- en recreatiesector binnen de scope van de regeling te krijgen.
Het kabinet wil verder de transitie naar duurzame en energiearme bedrijfsvoering versneld doorvoeren. Daarvoor gaan campagnes en een subsidieregeling van start. Nog onbekend is hoe die regeling eruit ziet.
Verbetering flexibele arbeidsrelaties
Het kabinet wil de positie van flexibele werknemers met tijdelijke contracten, oproepcontracten en uitzendcontracten verbeteren. Daarbij wordt aangesloten bij de adviezen van de SER. Kort samengevat zijn die adviezen:
- oproepovereenkomsten moeten worden vervangen door een basiscontract, met een uitzondering voor scholieren en studenten
- de werkzekerheid van uitzendkrachten moet worden verbeterd. Daarbij kan gedacht worden aan het verkorten van Fase A en B en gelijke arbeidsvoorwaarden
- de ketenregeling moet vervallen; nog wel een administratieve vervaltermijn handhaven.
Het kabinet verwacht (begin) 2023 met wetsvoorstellen te komen. Eventuele wetswijzigingen hebben gevolgen voor het soort en de inhoud van de contracten met flexibele werknemers. Dit kan gevolgen hebben voor de flexibiliteit. De adviezen van de SER zijn slechts op hoofdlijnen. De uitwerking levert veel praktische vragen op. In hoeverre blijft het basiscontract flexibiliteit bieden voor jou als werkgever? Voor welke situaties blijft de uitzendovereenkomst interessant? Is de administratieve vervaltermijn niet gewoon een langere tussenpoos? HISWA-RECRON zal op dit onderwerp inbreng leveren en de uitwerking nauwlettend volgen.
Meer aandacht naar opleiding en scholing
Om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken zet het kabinet in op het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod én het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod. Het credo is een ‘Leven Lang Ontwikkelen’. De match tussen werkgevers en werknemers moet beter. Het kabinet wil dat mensen nieuwe kennis en vaardigheden blijven opdoen gedurende hun gehele loopbaan. Daarnaast wil het kabinet dat mensen nieuwe kennis en vaardigheden opdoen om een bijdrage te leveren aan de grote maatschappelijke opgaven, zoals de energie- en klimaattransitie. Een sterke ontwikkelcultuur is van belang. Dit vraagt om inzet van allerlei partijen, waaronder overheid, sociale partners, opleiders én bedrijven. Het kabinet zet bijvoorbeeld in op extra leerrechten via de STAP-regeling.
Samenvatting Miljoenennota
Op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingplan/ondernemers en op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingplan tref je de belangrijkste punten aan uit de Miljoenennota 2023.
Conclusie
De rode draad van deze Prinsjesdag geeft weinig reden voor optimisme. Het bedrijfsleven wordt flink geraakt door wat er in de wereld gebeurt. Enerzijds door de enorme prijsstijgingen van onder meer gas en elektriciteit. Anderzijds door het betalen van een belangrijk deel van de rekening van de compenserende maatregelen. Voor de energie-intensieve recreatie- en watersportsector zijn vooralsnog weinig of geen compenserende maatregelen bekend. Het is nog onduidelijk hoe de regeling die op dit punt is aangekondigd, voor onze sector uitpakt.
Al met al is de afdronk van de Miljoenennota 2023 niet heel positief. Met MKB Nederland en VNO-NCW gaat HISWA-RECRON zich tot het uiterste inspannen om in de uitwerking van de plannen het belang van de watersport- en recreatiesector te onderstrepen.