Veel  lasten komen voor rekening van de gast. Behalve de sterk verhoogde toeristenbelasting, zal de ophanden zijnde BTW verhoging één op één door de ondernemer  in rekening gebracht moeten worden. Onderzoek dat HISWA-RECRON heeft laten doen, laat zien dat de marges van het toeristisch recreatief bedrijfsleven marginaal zijn. Dit komt doordat de kosten steeds hoger worden. Het aandeel belastingen in de verkoopprijs kan oplopen tot wel 35%. De overheid bepaalt daarmee een deel van de prijs. En de overheid bepaalt ook mede de marges en daarmee de  concurrentiepositie van recreatieve bedrijven. Dit is ongewenst!

Schrijnend is het feit dat de gemeente een verkeerde voorstelling van zaken geeft als het gaat om de hoogte van haar tarief. Schagen zou goedkoop zijn ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde. Niets is echter minder waar, Schagen is -op Texel na- de duurste gemeente van Noord-Holland. Gemiddeld wordt er aan de kust in Noord-Holland  voor kamperen € 1,76 gevraagd. Schagen steekt daar nu al met kop en schouders bovenuit en prijst zichzelf uit de markt. Laat staan wat er gebeurt als zij nog  verder verhoogt.

Krijger wijst in haar inspraak op het belang van een betrouwbare overheid. In het coalitieakkoord staat dat de belastingen standaard de inflatie volgen, terwijl de gemeente de toeristenbelasting in 2023 met 30% verhoogd, in 2024 met 15% en in 2025 nogmaals met 12,5%.
In de tussentijd wordt er ook door ondernemers hard gewerkt aan een toeristisch investeringsfonds, waarmee zaken die recreatie en toerisme ten goede komen, kunnen worden gefinancierd. Aangezien dit fonds pas in 2026 kan worden ingesteld, vraagt HISWA-RECRON de toeristenbelasting tot die tijd met rust te laten en slechts een inflatiecorrectie toe te passen. Daarnaast is er het verzoek om een overgangsregeling in te stellen, waarbij een kleine opslag wordt ingevoerd die aangewend kan worden voor toeristische voorzieningen.

Tot slot wijst Krijger erop dat de gemeente ervoor moet zorgen dat haar eigen administratie op orde komt. Er zijn wellicht ook verblijfsaanbieders (bijvoorbeeld in geval van particuliere verhuur) die niet bijdragen aan de toeristenbelasting.