HISWA-RECRON tegen exorbitante verhoging waterverblijfsbelasting in Aalsmeer
7 juni 2024Gemeente Aalsmeer wil een exorbitante verhoging van de waterverblijfsbelasting invoeren. Dat staat in de Kadernota 2025. Gerdina Krijger, regiomanager HISWA-RECRON - heeft op 6 juni tijdens de commissievergadering ingesproken.
Volgens HISWA-RECRON lijkt het erop dat de gemeente kost wat kost een verhoging er doorheen wil drukken om het gat in haar begroting te dichten. Eind 2023 was dat ook het geval en toen heeft de gemeente onder druk van ondernemers en organisaties het raadsbesluit tot verhoging van de waterverblijfsbelasting teruggedraaid. De gemeente doet nu weer een poging, waarbij de watersportondernemer als belastinginner voor de overheid de extra centjes moet ophalen en de watertoerist -die niet woonachtig is in Aalsmeer- geen stem heeft- er voor mag bloeden. Met deze gang van zaken is HISWA-RECRON het -uiteraard- niet eens. Bovendien geeft de gemeente een verkeerde voorstelling van zaken in haar uitleg in de Kadernota.
Daar heeft de gemeente opgeschreven dat veel gemeenten de tarieven van gewone toeristenbelasting en watertoeristenbelasting gelijktrekken. Voor kamperen geldt dan wel een laag tarief. HISWA-RECRON heeft een compleet ander beeld. Voor hotels wordt vaak een hoog tarief gerekend. 3 Euro toeristenbelasting per persoon per nacht op een overnachtingsprijs van 100 euro heeft een ander effect dan 3 euro per persoon op een overnachting op een camping van 20 euro. De overnachting op een haven kost ongeveer evenveel als een overnachting op een camping. Gelijktrekken met het tarief voor kamperen lost alles op!
Aalsmeer is met een tarief van € 2,85 fors duurder dan andere gemeenten met veel water. Wijdemeren heft 1,75 bij watertoeristen, Stichtse Vecht en Amersfoort 2 euro, Schouwen Duiveland 1,83 en Fryske Marren 1,20. En gemeenten Hilversum, Teijlingen en Kaag & Braassem kennen helemaal geen watertoeristenbelasting .
Er is ook sprake van concurrentieverstoring. In geval van een vaste ligplaats loopt het aandeel waterverblijfsbelasting op tot wel 20% van de huur voor een ligplaats. Ook klopt het gehanteerde forfaitair tarief niet. Hoe groter de boot, hoe meer mensen. Het totaal aan etmalen dat daar uitkomt is veel te hoog. Dat is al jaren een doorn in het oog van ondernemers. Het gevolg is dat het percentage watertoeristenbelasting in de commerciële vraagprijs voor een ligplaats, oploopt -bij dergelijke hoge bedragen- tot wel 20 % van de ligplaatsprijs. Dit staat nog los van de andere belastingen en heffingen die worden doorberekend. Dit werkt concurrentieverstorend. De consument is in de buurgemeente aan dezelfde plas veel goedkoper uit. Een logisch gevolg is dat de watersporters elders ligplaats kiezen.
Tot slot wijst HISWA-RECRON de gemeente op het maatschappelijk en economisch belang van watersport- en toerisme. Het zorgt voor veel werkgelegenheid in Aalsmeer én is een belangrijke bron van inkomsten. Watersporters dragen met hun bezoek en bestedingen bij aan de voorzieningen in het dorp. Veel bedrijven in de gemeente zijn direct én indirect afhankelijk van deze bestedingen.