Voor boten ten behoeve van sportbeoefening (lees zeilboten) deden de rechtbank (2017) en de Hoge Raad (2019) al eerder een positieve uitspraak, maar de Belastingdienst stelde aanvullende eisen: de verhuur moest vanuit een sportaccommodatie plaatsvinden en er moest aanvullende dienstverlening zijn.

Geert Dijks, directeur HISWA-RECRON, stelt dat de Belastingdienst dit oordeel tot op heden niet eenduidig heeft toegepast in vergelijkbare situaties. ‘Er was er altijd onduidelijkheid of een jachthaven wel of niet een sportaccommodatie is.’

Nieuwe uitspraak geeft duidelijkheid voor iedereen

Het recente arrest van de Hoge Raad van 14 juni jl. betreft een bedrijf dat (kajuit)zeilboten verhuurt die vanuit de jachthaven van het bedrijf vertrekken en daar ook weer terugkeren. Het gerechtshof stelt vast dat het gebruik van de boot en de voorzieningen in de accommodatie voor de BTW-heffing als één prestatie geldt. Op basis van dit feitencomplex oordeelt de Hoge Raad dat het beschikbaar stellen van de zeilboten en andere voor het zeilen benodigde attributen, samen met de dienstverlening in de jachthaven, kwalificeert als ‘het gelegenheid geven tot sportbeoefening’ waarvoor het lage BTW-tarief geldt.

“We zullen onze leden uitgebreid voorlichten wat de gevolgen zijn voor hun bedrijfsvoering en welke stappen ze kunnen ondernemen als zij (tijdig) bewaar hebben aangetekend om de teveel betaalde BTW terug te vorderen en welke rol HISWA-RECRON kan spelen”, aldus Dijks. Wij adviseren in ieder geval om tijdig een bezwaarschrift in te dienen.