Voorjaarsnota 2025: wat hebben we bereikt en waarvoor blijven we strijden?
24 april 2025Na weken van onderhandelingen en een nacht doorhalen door de fractievoorzitters van de coalitiepartijen kwam op Goede Vrijdag dan de Voorjaarsnota 2025.
Wat er niet in staat – gelukkig - zijn forse lastenverzwaringen voor het brede bedrijfsleven. Althans geen grote onverwachte tegenvallers. Zo blijft de eerste schijf in de winstbelasting, het mkb-tarief, behouden en dat is goed nieuws.
Maar wat er ook niet in staat, en dat is minder: oplossingen voor de stikstofklem die ons land al veel te lang op slot houdt. Veel ondernemers, ook in de watersport- en recreatiesector, kunnen niet meer uitbreiden of zelfs vervangingsinvesteringen binnen het bestemmingsplan realiseren. Dat breng de bedrijfsvoering ernstig in gevaar.
BTW sport
Goed nieuws in de Voorjaarsnota is dat er dekking is gevonden in om de BTW voor media, sport en cultuur op 9% te kunnen houden. De successen van de rechtszaken die HISWA-RECRON de afgelopen 8 jaar heeft gevoerd om zeilles en bootverhuur op laag BTW te houden blijven overeind. Dit is ook goed nieuws voor de buitensportbedrijven, de indoor sport- en speelhallen, de zwembaden en de dagrecreatiebedrijven. HISWA-RECRON voerde deze lobby samen met het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS) waar we medeoprichter van zijn.
Lobby BTW logies loopt nog
Helaas is tot op de dag van vandaag door de politiek nog geen alternatieve in beeld voor de verhoging van de BTW op logies. Via een aantal partijen waaronder de BBB hebben we wel het verhuren van kampeerplaatsen kunnen uitzonderen. Maar politici lopen niet warm voor de overige logies zoals verhuur van tenten, vakantiehuisjes, groepsaccommodaties en hotels. Zowel HISWA-RECRON als Koninklijke Horeca Nederland voeren al meer dan 12 maanden een intensieve lobby om de kamerleden en bewindspersonen te overtuigen dat de negatieve effecten van de verhoging naar 21% hoger zijn dan de netto-opbrengsten en dat dit juist de staatskas schaadt.
Maakindustrie
De maakbedrijven kampen met de torenhoge energiekosten in Nederland en moeten op een ongelijk internationaal speelveld moeten zien te concurreren. De handelsbelemmeringen zet de bedrijven zwaar onder druk.
Het kabinet erkent dat de geopolitieke verhoudingen en de invoering van handelstarieven risico’s met zich meebrengen voor onze economie. Misschien daarom dat het brede bedrijfsleven enigszins wordt ontzien, al gaan werkgevers wel 225 miljoen euro meer betalen aan premie AOF (Arbeidsongeschiktheid Fonds premies)
Minimumjeugdloon
Een serieus pijnpunt is de verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon, met gemiddeld 20 procent vanaf 2027. Het is wat ons betreft de verkeerde maatregel voor wat het kabinet ermee beoogt. Het Wettelijk Minimum Jeugdloon blijft tot en met de leeftijd van 20 jaar weliswaar in stand, maar werkgevers en werknemers maken zelf afspraken in cao’s om ervoor te zorgen dat jongeren met een afgeronde opleiding (‘vakvolwassenen’ en veelal 18 jaar of ouder) van hun loon kunnen rondkomen. Voor de overgrote meerderheid van de 18-jarigen en jonger geldt echter dat zij scholier of student met een bijbaan zijn in bijvoorbeeld in recreatie, horeca en detailhandel. Deze maatregel heeft voor sommige sectoren flinke impact op de loonkosten en daarmee uiteindelijk ook op de (boodschappen)prijzen. Ook hier hebben we dus nog werk te doen.