Zienswijze HISWA-RECRON op Nationaal Programma Landelijk Gebied
27 februari 2024Nederland staat voor enorme transitieopgaven, ook in het landelijk gebied. Energie, waterkwaliteit en de beschikbaarheid ervan, bodemkwaliteit, woningbouw, natuur, klimaatverandering en de gevolgen daarvan en de transitie van de landbouw; het zijn stuk voor stuk grote uitdagingen die integraal moeten worden aangepakt. Het (ontwerp) Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) geeft richting aan oplossingen voor die opgaven. Het NPLG is een gezamenlijk programma van de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Tot en met maandag 26 februari 2024 was de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen over het ontwerpprogramma Nationaal Programma Landelijk Gebied en het milieueffectrapport. HISWA-RECRON heeft een zienswijze ingediend en daarin het belang van de recreatie benadrukt.
Zienswijze HISWA-RECRON op Nationaal Programma Landelijk Gebied
Nederland staat voor enorme transitieopgaven, ook in het landelijk gebied. Energie, waterkwaliteit en de beschikbaarheid ervan, bodemkwaliteit, woningbouw, natuur, klimaatverandering en de gevolgen daarvan en de transitie van de landbouw; het zijn stuk voor stuk grote uitdagingen die integraal moeten worden aangepakt. Het (ontwerp) Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) geeft richting aan oplossingen voor die opgaven.
Recreatie, te land en te water, is - naast dat het enorm belangrijk is voor gezondheid en welzijn - ook een belangrijke factor voor de leefbaarheid van het landelijk gebied. Recreatie biedt werkgelegenheid, zorgt er voor dat regionale en lokale voorzieningen behouden kunnen blijven en draagt bij aan de regionale en lokale economie. In veel gebieden is de recreatie zelfs de drager van de regionale of lokale economie.
Ruimte voor recreatie en toegankelijkheid van het landelijk gebied verdienen dan ook aandacht. HISWA-RECRON constateert echter dat het daaraan regelmatig schort in de beleidsplannen van de diverse overheden. Zo ook in het ontwerp NPLG, waarin recreatie zelfs, naast verdroging, verzuring, stikstof en ondermaatse waterkwaliteit, als een bedreiging wordt gezien voor de natuur. HISWARECRON neemt hier met kracht afstand van: natuur en recreatie kunnen prima samen en de sector investeert al vele jaren in duurzaamheid, energietransitie, biodiversiteit, circulariteit en natuurontwikkeling op en rond de bedrijven. Dat wordt ook onderkend door de Minister van LNV. De vrijetijdseconomie heeft niet voor niets een prominente rol in de Rijksagenda Collectief Natuurinclusief als verbinder tussen natuur, landelijk gebied en recreatie. De komende jaren worden vanuit het domein Vrijetijdseconomie samen met rijk, provincies, natuur- en landschapsbeheerders, gebruikersorganisaties en ondernemers programma’s ontwikkeld voor groen-blauwe dooradering van beleefbare landschappen waar functies samenkomen.
Ruimte voor recreatie en toegankelijkheid van het landelijk gebied verdienen dan ook aandacht. HISWA-RECRON constateert echter dat het daaraan regelmatig schort in de beleidsplannen van de diverse overheden. Zo ook in het ontwerp NPLG, waarin recreatie zelfs, naast verdroging, verzuring, stikstof en ondermaatse waterkwaliteit, als een bedreiging wordt gezien voor de natuur. HISWARECRON neemt hier met kracht afstand van: natuur en recreatie kunnen prima samen en de sector investeert al vele jaren in duurzaamheid, energietransitie, biodiversiteit, circulariteit en natuurontwikkeling op en rond de bedrijven.Dat wordt ook onderkend door de Minister van LNV. De vrijetijdseconomie heeft niet voor niets een prominente rol in de Rijksagenda Collectief Natuurinclusief als verbinder tussen natuur, landelijk gebied en recreatie. De komende jaren worden vanuit het domein Vrijetijdseconomie samen met rijk, provincies, natuur- en landschapsbeheerders, gebruikersorganisaties en ondernemers programma’s ontwikkeld voor groen-blauwe dooradering van beleefbare landschappen waar functies samenkomen.
Het ontwerp NPLG beoogt het maken van zogenaamde structurerende keuzes. Eén daarvan is het aanwijzen van overgangsgebieden rond Natura 2000 gebieden. Voor die gebieden worden “algemene inrichtingsprincipes opgesteld die ingaan op de (on)wenselijkheid van (nieuwe) ontwikkelingen in het landelijk gebied”. Voor nieuwe ontwikkelingen bij agrarische bedrijven, die omschakelen naar andere minder stikstof veroorzakende activiteiten, wordt naar verwachting ruim baan gemaakt (zie ook de vorige alinea).Voor de vele bestaande recreatiebedrijven die in die overgangsgebieden zitten gloort echter een doemscenario dat ernstige gevolgen zal hebben voor het toekomstperspectief van die bedrijven en dus ook voor de leefbaarheid van het landelijk gebied en de regionale en lokale economie. De bedrijven worden volgens de letterlijke tekst van het ontwerp NLPG gezien als bedreigingen van de natuur en dientengevolge lijken beperkingen in de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering het toekomstbeeld van die bedrijven te gaan bepalen. Dat zal leiden tot een stand-still situatie bij de bedrijven, afglijden in kwaliteit en vitaliteit en tot verloedering. Landelijk zijn daarvan al de nodige voorbeelden te zien en niet voor niets zijn er in dat verband al meer dan vijf provinciale én een landelijk project getiteld ‘Vitale Vakantieparken’ aan het werk rond recreatiebedrijven die door een rem op ontwikkeling teloor (dreigen te) gaan. HISWA-RECRON vraagt de aandacht voor het voorgaande en roept op om bestaande bedrijven de ruimte te blijven bieden om door te ontwikkelen en te investeren in kwaliteit, duurzaamheid,
biodiversiteit en natuurontwikkeling.
Ter bescherming van kwetsbare natuurgebieden dient nieuwe recreatieruimte te worden ontwikkeld en toegankelijk gemaakt te worden. De gestage jarenlange afname van beschikbare recreatieruimte en het inmiddels ontstane tekort dient omgebogen te worden: tot 2050 zal er ruim 65.000 hectare nieuwe groene ruimte nodig zijn om onze groeiende bevolking te kunnen laten recreëren1. Die recreatieve ruimte verbindt de natuur en het landschap met inwoners en bezoekers. En het biedt ook kansen voor ondernemers (wel met aandacht voor het level playing field) en daarmee ook voor de versterking van de leefbaarheid van het landelijk gebied. HISWA-RECRON meent voorts dat de maatschappelijke waarde van recreatieruimte sterker in het NPLG naar voren moet komen en zou moeten aansluiten op wat hierover in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is vastgelegd. Daarin wordt het als kerndoel gekwalificeerd als ‘het bewaren en verbeteren van omgevingskwaliteit en daarmee de beleefbaarheid van het landschap’. HISWARECRON pleit ervoor om de recreatieve toegankelijkheid als één van de leidende inrichtingsprincipes op te nemen in het NPLG om te voorkomen dat dit bij de verdere uitwerking in gebiedsplannen ondergewaardeerd wordt of zelfs helemaal niet wordt meegenomen. Artikel 22, lid 3 van de Grondwet stelt niet voor niets dat de overheid voorwaarden schept voor vrijetijdsbesteding! Tot slot. Het ontwerp NPLG stelt dat de overheid de inbreng en participatie van maatschappelijke partners en sectoren erg belangrijk vindt. Desalniettemin -zo stelt het ontwerp NPLG- ligt de regie van de verdere uitwerking uitsluitend bij de overheid. Anders gezegd: de maatschappelijke partners en sectoren moeten maar afwachten wat de inbreng vanuit die stakeholders in de verdere (regionale) uitwerking van de structurerende keuzes waard is. HISWA-RECRON roept op om stakeholders intensiever te betrekken in de verdere uitwerking en daarbij meer in coproductie te werken met stakeholders. HISWA-RECRON en haar ondernemers zijn zeer bereid daaraan een bijdrage te leveren.
1 Zorgen om groeiend tekort aan recreatieruimte: 230516-Meer-ruimte-voor-recreatie-I-Verkenning-nationaal-toekomstigrecreatietekort.pdf (anwb.nl)