Jacqueline van den Hil - VVD
Jacqueline van den Hil is sinds maart 2021 Kamerlid voor de VVD en houdt zich bezig met arbeidsmarktbeleid in de zorg, zorgopleidingen, het VWS-domein op de BES-eilanden, maatschappelijke opvang en beschermd wonen, ggz en kindregelingen & kinderopvang. Doordat ze is opgegroeid in Zeeland en hart heeft voor de provincie is zij zeker geen vreemde voor de watersport- en recreatiesector. In dit interview leren we haar beter kennen.
Wat is uw beste herinnering aan recreëren in Nederland?
“Ik heb jarenlang met mijn twee neven op een camping in Wolphaartsdijk aan het Veerse Meer gezeten. Eerst in een blokhut en later in een chalet. Ze vonden het altijd fijn dat het niet zover rijden was. Het mooie van een camping is dat ze altijd gelijk vriendjes en vriendinnetje hadden om mee te spelen. Leuk om dan pannenkoeken voor de spelende kinderen te bakken tussen de middag. Ik zei tegen mijn broer en schoonzus: ‘hoezo druk met kinderen, ik zit hier te lezen en zij zijn aan het spelen’. Vanuit het stuk kinderopvang uit mijn portefeuille, weet ik dat spelen heel belangrijk is voor kinderen. Juist op een recreatiepark ontwikkelt het speelvermogen van een kind zich veel.”
Wij zeggen: watersport en recreatie dragen bij aan het Bruto Nationaal Geluk. Eens?
“Ik houd enorm van sporten op of in het water. Eén van mijn hobby’s is zwemmen. In de winter zwem ik in het binnenzwembad en in de zomer in het buitenbad, het Veerse Meer of in de zee. Zwemmen draagt bij aan mijn persoonlijke bruto geluk. Het is voor mij een moment dat ik even los kan zijn van alle drukte en hectiek. Ik laat het water zijn werk doen en als het ware spoelen dan de problemen even weg en komen de beste ideeën.”
Een sector die bijdraagt aan het bruto nationaal geluk en aan preventie is heel mooi.
Als u herkozen wordt, hoe gaat u zich inzetten voor de watersport en recreatie in Nederland?
“Ik heb tot nu toe altijd de zorgportefeuille gehad. Watersport en recreatie dragen bij aan preventie en aan fitter worden, dus die zijn belangrijk. Verder moeten we goed kijken naar de ruimte en het natuurleven in Nederland. Wat ik belangrijk vind, is dat recreatie ook onderdeel is van de natuur. In Nederland worden recreatie en toerisme voornamelijk aangeboden door mkb’ers die zorgen voor banen in de omgeving. Het geld moeten we eerst verdienen voordat we het uit kunnen geven. Als geld verdiend wordt voor Nederland door een sector die bijdraagt aan het bruto nationaal geluk en aan preventie, dan vind ik die combinatie heel mooi. Toerisme en recreatie zijn onderbelichte onderwerpen op de ministeries. Voldoende aandacht en duidelijkheid wie wat doet is dan ook nodig in de toekomst. Recreatie zorgt ook voor een binding tussen de omgeving en bijvoorbeeld jongeren die vakantiewerk doen op een camping of zeilschool.”
Momenteel is er een gevecht om ruimte gaande in Nederland, hoe kijkt u naar de noodzaak van recreatie bij de herindeling van ruimte in Nederland?
“Er wordt veel in tegenstellingen gedacht in Nederland: het is of het één of het ander. Ik zou zeggen: hoe verbinden we alles met elkaar. Neem dan bijvoorbeeld de mogelijkheid om te zeilen op het Veerse Meer: daar kweken ze ook oesters op een nieuwe manier en dat gaat prima naast elkaar. Als je op zo een manier naar de ruimteverdeling gaat kijken, ontstaat er samenwerking in plaats van een tegenstelling. Net zoals je kunt kamperen bij de boer. Vanuit mijn portefeuille weet ik bijvoorbeeld dat kinderopvang bij de boer erg mooi is. Wellicht kunnen we in de toekomst kinderopvang op de camping doen, haha!”
Mensen vergeten het misschien, maar het zijn wel ondernemers die het mogelijk maken dat wij een week met vakantie gaan op de camping en daar dan van alles kunnen doen.
Wat wilt u ondernemers mee geven voor de verkiezingen?
“Ondernemers zijn heel belangrijk en te vaak worden zij tegengewerkt. Zelf heb ik altijd heel erg genoten van het recreatieaanbod in Nederland. Mensen vergeten het misschien, maar het zijn wel ondernemers die het mogelijk maken dat wij een week met vakantie gaan op de camping en daar dan van alles kunnen doen. Zonder die ondernemers kun je weinig doen op je vakantie.”