Wat wil Generatie X en wat Generatie Z?

Blog 9 - Omgaan met verschillende generaties

Het is best bijzonder dat er momenteel zoveel verschillende generaties op de werkvloer aanwezig zijn. Hoe ga je daar mee om? In dit blog lees je hoe je unieke sterke punten van elke generatie kunt benutten voor een fijne werksfeer. Realiseer je dat verschillende generaties verschillende waarden, verwachtingen en werkstijlen hebben.

De belangrijkste kenmerken van de generaties:

  • Babyboomers (1946-1964): vaak loyaal aan hun werkgever, prefereren face-to-face communicatie en hebben een sterke werkethiek.
  • Generatie X (1965-1980): zelfstandig, hechten waarde aan werk-privé balans en zijn technologievaardig.
  • Millennials (1981-1996): teamgericht, zoeken betekenis in hun werk en zijn opgegroeid met digitale technologie.
  • Generatie Z (1997-2012): digitaal native, verwachten flexibiliteit en zijn sociaal en milieubewust.

Je hoeft niet iedereen in een hokje te stoppen, maar opgroeien in een bepaalde tijdsgeest heeft impact op ons als mens. Waar babyboomers graag nog de telefoon pakken om te bellen, zet de jongere generatie sneller andere manieren van communiceren in. Het belangrijkste is om op een respectvolle manier te blijven communiceren. Als je opgroeit in een wereld waar digitale verbindingen bijna vaker voorkomen dan persoonlijke verbindingen, wat voor een impact heeft dit dan op iemand?

Ervaring inzetten als mentorschap

Werknemers met meer levenservaring kunnen hun kennis en ervaring delen door jongere werknemers te mentoren en hen mee te nemen in hun manier van werken. Dit helpt niet alleen bij het overdragen van waardevolle bedrijfsspecifieke kennis, maar bevordert ook de onderlinge samenwerking.

Voor sommige projecten in je bedrijf kun je wellicht gemengde teams creëren met mensen van verschillende generaties. Dit bevordert diversiteit in ideeën en innovaties en laat het team op een andere manier samenwerken.

Technologische kloof overbruggen

Jongeren hebben vaak andere inzichten, meer digitale vaardigheden en komen met innovatieve ideeën. Ze zijn opgegroeid in het digitale tijdperk. Het kan voorkomen dat niet iedereen hier makkelijk mee kan omgaan. Jongeren kunnen ouderen hierbij helpen. Niet iedereen is overal even goed in. Het is belangrijk om elkaars vaardigheden te erkennen.

Samen in een positieve werkcultuur

Een werkcultuur verwijst naar de waarden, normen, houding en gedragingen die heersen binnen een organisatie. Stimuleren kan bijvoorbeeld door het erkennen van prestaties en het bieden van gelijke kansen voor groei en ontwikkeling. Een positieve werkcultuur heeft invloed op het welzijn van werknemers, hun motivatie en uiteindelijk de prestaties van de hele organisatie. Ook bij evaluaties en gesprekken kan het zijn dat een andere generatie iets anders van jou nodig heeft. Dit vraagt om meer flexibiliteit van jou als ondernemer.

Vergeet niet om af en toe bedrijfsuitjes en borrels te organiseren. Samen leuke dingen doen draagt bij aan een positieve werkcultuur. Kies verschillende (teambuildings)activiteiten die passen bij de verschillende generaties en verenig deze in een gezamenlijk onderdeel.

Generatie Z

Kijken we even naar de jongste generatie – Gen Z – dan gaat het om jongeren die hard willen werken als ze weten waarom. Iets opleggen werkt niet. Wees transparant. Ze willen zich graag inzetten voor iets wat voor hen ook waarde heeft, zoals duurzaamheid, maatschappelijke inzet, inclusiviteit en persoonlijke ontwikkeling. Benoem dit ook duidelijk aan hen.

Ze willen zich betrokken voelen, gezien worden. Niet alleen als medewerker maar als mens. De jongere generatie hecht veel waarde aan een goede balans tussen werk en privéleven. Deze mensen zoeken naar flexibiliteit in werkuren en werkomstandigheden. Gen Z voelt haarfijn aan wat verouderd is en kan je goed helpen op het gebied van innovatie.

Soms hebben ze last van keuzestress, faalangst en sneller kans op een burn-out. Helpt ze hierbij door te prioriteren. Leg uit welke mogelijkheden er allemaal zijn binnen de organisatie en geef ze de ruimte om fouten te leren maken. En vooral: blijf met elkaar in gesprek.

Ga naar de bijbehorende opdracht: Opdracht 9 - Samenwerken op de werkvloer.